Schoonrijden is een vorm van voorwaarts schaatsen waarbij de schaatser beurtelings op één schaats op de binnen- en buitenkant van het schaatsijzer rijdt. Hierdoor maakt de schaatser in een vloeiende beweging grote bogen over de breedte van de baan.
Schoonrijden is een heel oude schaatstechniek, die stamt uit de zeventiende (Gouden) eeuw en daardoor als nostalgisch wordt ervaren. Het beheersen van de techniek vraagt de nodige oefening. De Landelijke Vereniging van Schoonrijders zoekt naast het nostalgisch schaatsen ook naar nieuwe, meer gevarieerde vormen van schoonrijden.
Schoonrijden wijkt af van alle andere schaatsdisciplines in streek, houding en tempo. Vanzelfsprekend moet men het schoonrijden op het ijs oefenen, maar het is zeker ook nuttig om iets over de theorie van het schoonrijden te weten. Uitleg hierover is te vinden in artikel 601 en 602 van het Wedstrijdreglement Schoonrijden.
Schoonrijden in de praktijk
Het schoonrijden kent een aantal manieren waarop het wordt uitgevoerd. Momenteel zijn dat:
- de verplichte oefeningen bij wedstrijden;
- andere vormen als stokrijden en blokrijden;
- het rijden van een carrousel, zoals dat door de Streekdrachtengroep wordt uitgevoerd.
De juiste schoonrijslag
Onderdelen van het schoonrijden
Het schoonrijden kent een drietal herkenbare onderdelen: het solorijden, het paarrijden en het aan de stok rijden.
Solorijden
Bij het solo rijden schaatst een dame of een heer een traject in voorwaartse richting, eventueel met bochten van 90 of 180 graden.
Paarrijden
Paarrijden gebeurt in drie onderdelen:
- Hand-aan-hand. Bij het hand-aan-hand rijden rijdt de dame altijd rechts. De handen van dame en heer die elkaar vasthouden worden tussen hen in ter hoogte van de schouders gebracht. De armen vormen nu de letter ‘W’.
- Kruislings. Bij het kruislings rijden houdt de heer met zijn rechterhand de rechterhand van de dame vast die op haar rechterheup steunt. De arm van de heer gaat achter de dame langs. De linkerhand van de heer houdt de linkerhand van de dame vast, waarbij de linkerarm van de dame schuin voor de borst van de heer steekt.
- Achter elkaar. Bij dit onderdeel rijdt de dame voorop, de heer er vlak achter. De heer houdt met zijn rechterhand de rechterhand van de dame vast die rust op de lendenwervels van de dame. Beider bewegingen moeten bij het rijden één geheel vormen.
Aan de stok rijden
Dit onderdeel kan in paren of in blokken worden uitgevoerd:
- Paarrijden aan de stok. De dame rijdt voor en de heer rijdt achter. De stok wordt door beide rijders onder de rechter arm genomen. Paarrijden aan de stok heeft veel weg van het achterelkaar rijden bij het paarrijden zonder stok. De rijders hebben nu echter door de stok veel meer steun aan elkaar.
- Blokrijden. Bij het blokrijden zijn vele combinatie mogelijk: blokken van 4, 6, 8, 10, 12 of zelfs meer personen. Men kan gemengde blokken van dames en heren vormen, maar ook net zo goed alleen met dames of alleen met heren rijden. Bij het blokrijden hebben de rijders nog weer meer steun aan elkaar, maar komt het er des te meer op aan ‘gelijke tred’ met elkaar te houden. Het eenvoudigste blok is er één van vier personen: een paar links en een paar rechts. De stokken worden dus altijd vastgehouden in de rijrichting. De twee paren worden nu aan elkaar verbonden doordat de rijders van het rechter paar de stok van het linker paar vastpakken iets voor de rechterhand van het linkerpaar. Op deze wijze kan men het blok in de breedte uitbreiden. Wil men het blok in de rijrichting uitbreiden dan zal men langere stokken moeten nemen.
Uitdagingen voor de komende tien jaar
Om het schoonrijden in de toekomst levend te houden zijn de laatste jaren nieuwe initiatieven ontwikkeld, zoals:
- In samenwerking met de afdeling Breedtesport van de KNSB worden bij de verschillende trainingsgroepen clinics georganiseerd, waar aspirant schoonrijders kunnen kennismaken met de sport.
- Trainingsgroepen worden gestimuleerd zich meer te presenteren op kunstijsbaantjes en als het kan op natuurijs.
- De LVS overweegt nieuwe vormen als het blokrijden, het weven en het op tijd rijden te introduceren om daarmee een grotere groep schoonrijders te interesseren voor de (wedstrijd)sport.
- In overleg met de afdeling Breedtesport en de afdeling Communicatie van de KNSB wordt nieuw publiciteitsmateriaal gemaakt om de sport meer bekendheid te geven bij potentiële doelgroepen.
- Er is een trainingshandleiding samengesteld, waarmee de trainers de schaatsers op een hoger niveau kunnen brengen (Lesmap voor trainers en aspirant-trainers, 2006).
- Juryleden worden opgeleid en bijgeschoold om de wedstrijden, regionaal en nationaal te beoordelen. Trainers en juryleden zijn van wezenlijk belang om de kwaliteit van het schoonrijden op peil te houden.